Niets is momenteel nog zoals het geweest is. Ook Palmzondag niet, ook niet de vieringen van de Goede Week of Pasen. Daarom ook langs deze weg een poging om u nabij te zijn.
Palmzondag: ‘Dit gaat hier over Jezus van Nazareth. De dag na de sabbat deed hij voor de derde keer zijn intrede in Jeruzalem, deze keer zittend op een ezelsveulentje, een ezelinnenjong waarop nog nooit een mens gezeten heeft. Onbezoedelt, ongerept, onschuldig …’
Het is een intrede samen met de vele pelgrims die er het Joodse paasfeest komen vieren. Het feest van bevrijding. Zijn hele entourage is wild enthousiast. Ze leggen hun kleren op de grond en zwaaien hem toe met versgesneden palmtakken. Hij wordt er onthaalt als de grote redder van volk en vaderland. Hij krijgt een koninklijk onthaal met zang en dans. Hosanna hier, Hosanna daar; Oude psalmwoorden bezingen hier de lof van Davids’ Zoon die zijn bruidegom Jeruzalem tegemoet treedt.
Het wordt een moeilijke bruiloft. Zag men nu toch maar eens zijn ware aard, zijn echte zending en roeping. Koning van vrede en gerechtigheid, Koning van Liefde en barmhartigheid. Eén en al zelfgave, voor de noden en de zwakte van de ander. Gekomen om zelf dat feest van bevrijding te worden Mensen bevrijden van al wat het leven beknot en beknelt.
Met groene palmtakjes brengen we hulde aan Jezus. Hij is onze Heer, Hij is onze Koning. Wij willen Hem volgen, elke dag opnieuw.
Daarom elk jaar opnieuw dat jeugdig groen: om niet te vergeten dat we altijd weer de weg van Jezus moeten gaan in ons eigen leven Ze roepen in ons verhalen op toen Jezus naar Jeruzalem ging, zes dagen voor zijn lijden.
Ze leren ons vooruit te kijken
naar de vreugde van Witte Donderdag,
naar de droefheid van Goede Vrijdag,
naar het wachten op Stille Zaterdag.
Als we ze vasthouden, hebben we als het ware de Hoop in onze handen.
Het is iets heel kleins, maar het helpt ons om door Goede Vrijdag heen te komen. Deze palmtakjes zijn ook al iets van een ontluikend Pasen, ons nu al gegeven.
Heer, U die leven en Liefde bent, U die uit een dorre winter en uit harde grond helder groen, een nieuwe lente laat opschieten; Hoopvolle tekens van leven, groene twijgjes, kwetsbare houvast in weer en wind, ook in tijden van corona en het vele leed en lijden.